AANKRUISEN WAT VAN TOEPASSING IS EN DAN VOORAL KOPEN III

• Alfred Krans

Mijn tocht langs boekhandels, musea, exposities, websites, muziekwinkels de afgelopen maanden heeft zoveel bijzonders, interessants, vrolijks, hebberigs, afschuwelijks opgeleverd, dat ik met alle items een heel Schoon Schip zou kunnen vullen. Daarom node een keuze:

BOEKEN

Mijn artikel over kindsoldaten in het vorige nummer is driftig door juristen, rechters, officieren van justitie, IND-ambtenaren gekopieerd, hoorde ik, maar of zij rechten hebben betaald, ik geloof er niets van. De teneur van dat artikel vond ik terug bij de Joods/Duits/Amerikaanse filosofe Hannah Ahrendt, die zich in al haar werken afvroeg, hoe het toch mogelijk is, dat iemand in zijn lunchpauze verzaligd naar een pianoconcert van Beethoven kan luisteren en tien minuten later een handtekening kan zetten onder een papier, dat honderden mensen in het ongeluk stort of de dood indrijft. Bij Donner in Rotterdam vond ik dezelfde vraag terug in een paar boeken, maar weer niet het antwoord. De Duitse gevangene & Passie in het aangezicht van de dood zijn twee verhalen over de eerste wereldoorlog van de Britse schrijver James Hanley (met foto’s van Corine van den Broek, Uitgeverij Dulce et Decorum). In het eerste verhaal belanden een Ierse en een Britse soldaat in een stinkende kuil buiten het oorlogsgewoel, omdat ze worden afgesneden van hun eenheid. Ze worden niet meer geconfronteerd met de hel van de oorlog, maar wel met de hel in hun kop. En dan valt er een mooie, jonge Duitse soldaat in hun handen. Hij is voor hen verantwoordelijk voor alle ellende: “al de acties, grote bekken, dreigementen, afmattingen, koude nachten, luizen en kiespijnen. En niet te vergeten het gedwongen afzien van vrouwen, nachten in de loopgraven tot je knieën in de modder, het begraven van je maten, het opruimen van verzetshaarden, dode paarden, hopen beschimmelde stront, hoofden, ballen, hersenen, overal. Nu vraag ik je: waarom verdient hij te leven?” En de soldaat wordt afgemaakt als een beest. In het tweede verhaal wacht oorlogsveteraan Carter op de strop, hij heeft tijdens zijn huwelijksnacht een man vermoord, die zich aan zijn vrouw vergreep. Een paar uur voor zijn dood wordt hij bevangen door een waanzinnig verlangen naar zijn vrouw en een van de bewakers geeft zijn lichaam uit wroeging aan Carter. “Hij wilde de man kussen, hij wilde zich helemaal overgeven, hij wilde boete doen en krachtig en groots uiting geven aan de onmenselijkheid van de mens”. De verhalen blijken elkaars spiegelbeeld, ze laten zien, dat er in elke man een sadist schuilt, maar ook een held. En Soldaten. Over vechten, doden en sterven van Sönke Nietzel en Harald Welzer (vertaling René van Veen, Marten de Vries en Marcel Misset, Ambo) is een onthutsend verslag over afgeluisterde gesprekken tussen Duitse soldaten, die na de tweede wereldoorlog in krijgsgevangenschap zaten in Amerikaanse en Engelse gevangenissen. Zo wilden de geallieerden erachter komen, wat er omging in de soldaten van de Asmogendheden. 10191 soldaten werden afgeluisterd en dat leverde honderdduizenden pagina’s gesprekken op, die pas in 1996 werden vrijgegeven, maar er werd nauwelijks iets mee gedaan. Neitzel en Welzer waren de eersten, die ze systematisch doornamen. Hun conclusie: je hoeft geen nazi te zijn om te moorden en te slachten. “om daaraan mee te doen – en dat is het eigenlijk verontrustende – hoefde je racist noch antisemiet te zijn.” Maar laten we eens kijken naar Schopenhauer, die was in 2010 150 jaar dood en boeken van en over hem liggen nog steeds in de winkel. Ik zag De telescoop van Schopenhauer van Gerard Donovan (vertaling Marion op den Camp, Atlantus ), een roman, die eigenlijk alleen maar een dialoog is tussen een man, die een gat graaft en een man, die ernaast staat en praat over moraal en schuld. Er is in het stadje net een grensconflict uitgevochten en op de achtergrond worden mensen in vrachtwagens aangevoerd.  Het is in feite een klassieke scène van dader en slachtoffer te midden van oorlogsverschrikkingen. “Sta open voor verandering en je zult veranderen”, zegt de toekijkende man aan het eind van het boek, maar uiteindelijk overwint toch het kwaad, de wereld is een toneel van gruwelen en egoïsme. En dat is precies wat de pessimist Schopenhauer in zijn filosofie zegt.

Maar er zijn gelukkig ook nog leuke boeken. In de moestuin-boomgaard  De Groene Luwte van Alma Huisken en Doortje Stellwagen in het Noord-Groningse Molenrij zag ik Met mest en vork, waarin ze vertellen over hun tuin en 125 seizoensrecepten aanbieden, waar het water je van in de mond loopt. Wat een levensvreugde. (Lemniscaat). In de ramsj bij Parimar/De Boekenmarkt in Den Haag vond ik een prachtig boek voor een habbekrats, Petra, van Francesca Ossorio, over deze merkwaardige hoofdstad van het rijk van de Nabateeërs van ongeveer 100 v. Chr. Het is een stad, die in de rotsen is uitgehouwen en is herontdekt door Jacob Burckhardt in 1812 en het is nog steeds een archeologische vindplaats. Prachtige foto’s. En dan nog Louis Paul Boon, 100 jaar geleden geboren, tijd voor een Boonjaar dus. Veel activiteiten het hele jaar door in Aalst, waar hij geboren is en lange tijd heeft gewoond, zie www.boon2012.be  Zijn verzameld werk is in wording en er zijn al delen uit. Ik las ooit De Kapellekensbaan, Mijn kleine oorlog, Pieter Daens en het vieze boekje Mieke Maaikes obscene jeugd, dat een bestseller was in mijn gymnasiumklassen. Het stond gewoon in de schoolbibliotheek, de rector wist dat niet, maar zij wel en ik ook, want ik had het zelf aangeschaft. Allemaal  herdrukt nu.

KUNST

In het Afrika Museum een bijzondere tentoonstelling gezien, Goddelijk en Griezelig, met als thema de slang in de mythologie en beeldende kunst. Wat fascineert ons toch zo in dit giftige dier? Ik kreeg geen antwoord, ook niet in de mooie catalogus. Nog tot 4 november te zien. En een heel interessante tentoonstelling is ook Het Gewichtige Lichaam in Museum Boerhaave te Leiden. Schilderijen, beeldhouwwerken, video’s, prenten en foto’s laten zien, hoe we een paar eeuwen lang hebben aangekeken tegen mensen, die zichzelf opzettelijk uithongeren. Soms bizarre, soms humoristische, soms prachtige kunst. Ik zag er Engeltje van der Vlies uit Pijnacker (1787-1853), die loog, dat ze nooit hoefde te eten of te drinken, Claude Ambroise Seurat (1787-1816), die maar niet aankwam en later bleek, dat hij een lintworm had, anorexiameisjes, middeleeuwse vastenheiligen, de graatmagere tweeling Liesbeth en Angelique Raeven in hun eigen videokunst. Met kleurencatalogus, nog te zien tot 9 september. En kun je van vuilnis kunst maken? Het antwoord krijg je in de documentaire Waste Land van Lucy Walker uit 2010, onlangs op tv en vast nog ergens te krijgen. Het gaat over de Braziliaanse kunstenaar Vik Muniz, die samenwerkt met de catadores, die recyclebaar materiaal verzamelen op de grootste vuilnisbelt van de wereld. Muniz maakt er grote portretten van. En ergens in Utrecht zag ik twee wonderschone boeken liggen. De kunst van De Gruyter van Peter Sprangers. Over de kruidenierswinkels van de firma De Gruyter. Weet je nog, de 10% korting en Het Snoepje van de Week. Ik ging er als kind met plezier heen voor een paar boodschappen. Al die winkels zijn al lang verdwenen. En die 550 winkels hadden prachtige Art-Nouveau tegeltableaus met exotische en sprookjesachtige taferelen, vaak ontworpen door architect W.G.Welsing. Ze staan allemaal in dat boek. Er zijn nog twee De Gruyter winkels over met de originele winkelpuien, in Den Haag en Utrecht. Ga onmiddellijk kijken! En het andere boek is Copier compleet van Joan Temminck en Laurens Geurtz. Met 3500 reproducties van karaffen, kandelaars, zuurpotten, lampen, glas-en ontbijtserviezen en nog veel meer van Andries Copier, die 10000 ontwerpen maakte voor Glasfabriek Leerdam. Een ontzagwekkend oeuvre en zo ontzettend mooi om naar te kijken. En dan is het nog niet compleet, want zijn “vrije glas” zit nog in privébezit.

AFRIKA

Daar gebeurt van alles en ook mooie dingen. Waarom bent u zo arm? is de titel van een boek van Bahram Sadeghi over de oorlog rond de bloeddiamanten in Sierra Leone. Hij stelt zijn vraag aan iedereen, die hij tegenkomt en niemand legt de schuld bij zichzelf, behalve een meisje van dertien. Armoede is altijd de schuld van een ander. Een interessante film gehaald uit de bibliotheek, van de Tsjadische regisseur Mahamat-Saleh Haroun, Un homme qui crie over een ingewikkelde vader-zoon relatie in Tsjaad. Weer eens wat anders. En uit de muziekafdeling nam ik meteen twee cd’s met schitterende muziek mee. Wait for me van de Zita Swoon Group uit België, die rauwe akoestische blues laat samengaan met traditionele blues uit Burkina Faso. En dan hoor je de balafon, een percussie-instrument met kalebassen als klankkasten, van Kibié en de zeer indringende zang van Awa Démé. En heel bijzonder is ook Chamber Music met de Malinese koraspeler Ballaké Sissoko en de Franse cellist Vincent Segal. Hofmuziek uit Mali vermengd met Europese kamermuziek. In november waren ze in de Oosterpoort in Groningen. Voor een zwoele zomeravond op een stil terras.

DESIGN

Voor wie deze zomer in Londen is en een beetje zat wordt van de Olympische Spelen, raad ik de imposante expositie over Brits design uit de jaren 60 en 70 aan in het Victoria & Albert Museum. Dat is nog eens design met opgeheven middelvinger. De penisvormige Jaguar E-type uit 1961, het model van het Concorde vliegtuig, de zakloze stofzuigers van Dyson, de platenhoezen van de Beatles, het punkaffiche van ontwerper David Reid voor de Sex Pistols uit 1977: de jonge Queen Elizabeth met over haar ogen de titel van het album God save the Queen, het gebreide stoeipakje van Yamamoto voor David Bowie uit 1973 met één pijp en één mouw, de borstenjurk van Vivienne Westwood, het is er allemaal. Een anekdote over La Westwood geeft de ruige sfeer van de expositie aardig weer. Deze Britse modeontwerpster gaf de bekendste parfumeurs opdracht een nieuw parfum te ontwikkelen, maar niets kon haar goedkeuring wegdragen. “Maar mevrouw, hoe moet dat parfum dan ruiken?” Waarop ze zei: “It must smell like a wet cunt!” Nog tot 12 augustus. Op de website van de Carwan Gallery in Beirut Yachiyo, het staalkleed van Philippe Malouin gezien. Een vloerkleed, waarin 3 kilometer staaldraad is verwerkt, dat in 3000 uur tot ringetjes is gemaakt en als een maliënkolder in elkaar is gehaakt. Als je er van een afstand naar kijkt, ontstaat er een 3D-effect. Het is nog te koop, prijs op aanvraag. (www.carwangallery.com). Een wat minder bewerkelijk vloerkleed is te zien op www.designshops.eu. Digit heet het, van ontwerper Cristian Zuzunaga, handgeknoopt van zuiver scheerwol en opgebouwd uit tientallen kleurvlakken, die uitvergrote pixels voorstellen. Handgeknoopt is ook het lichtkoord van de Duitse ontwerper Christian Haas. Knip je deze Ropes aan, dan geven de LEDjes in de touwen een sfeervol licht, is de verlichting uit, dan heb je een prachtige hangende sculptuur. (www.christian-haas.com

 

 

 

HORLOGES

Ik heb niks met horloges, maar ik heb er wel 4, die ik draag al naar gelang mijn stemming. Decadent? Een van mijn vrienden gaf me op een regenachtige avond een kijkje in de wereld van de horlogerie, daar wist hij echt alles van, zei hij verzaligd. Over decadent gesproken. De Amsterdamse juwelier Schaap & Citroen heeft onlangs een Sky Moon Tourbillon-horloge van het Zwitserse merk Patek Philippe verkocht voor € 1 miljoen. En denk maar niet, dat je zomaar zo’n ding kunt kopen. Patek kijkt eerst of je wel past in het klantenbestand, dan moet je soms jaren wachten tot het horloge klaar is, vervolgens moet je persoonlijk het horloge komen afhalen bij de winkel in de P.C.Hooftstraat (ja, van dat programma van Jort Kelder) en dan moet je ook nog toestemming hebben van het ministerie van Landbouw. Ministerie van Landbouw? Ja, vanwege de invoer van de krokodillenleren band, die standaard wordt bijgeleverd. Ik zat te schateren achter mijn glas wijn. En dan al die websites met de meest poenige (excusez le mot) horloges, waarbij je aaah en oooh moet roepen en dat deed mijn vriend dan ook luidkeels. De Rolex Deepsea, waarmee je kunt duiken tot 3900 meter en dan doettie het nog steeds (www.rolex.com), de TAGHeuer met een chronograaf, waarmee je in minder dan 2/1000ste seconde kunt starten (www.tagheuer.com), de Ulysse Nardin met een marine chronometer in een 18 karaats gouden kast (www.ulysse-nardin.ch), de Orion van Christiaan van der Klauw met een Planisfeer, een sterrenkaart, waarmee je sterren en sterrenbeelden kunt herkennen en die kaart draait iedere sterrendag om haar as en maakt ieder jaar 366 omwentelingen (www.klauw.com). Wel heel erg mooi. En leuk is de qlocktwo W van de Duitse ontwerpstudio Biegert & Funk, de horlogevariant van hun wandklok, die de tijd ook in woorden aangeeft. Het schermpje blijft zwart tot een knop wordt ingedrukt en de woorden oplichten. (www.biegertfunk.com)

En ten slotte nog dit:

Over een paar maanden kan iedere belegger een beetje eigenaar worden van het Empire State Building in New York, de 102 verdiepingen tellende Art Deco wolkenkrabber op de hoek van 34th Street en Fifth Avenue. Het bedrijf, dat het monument uit 1930 exploiteert hoopt via een beursgang een miljard dollar op te halen. Bijna de helft van het gebouw staat leeg en dan praten we over 81000 vierkante meter. Of het dus zo verstandig is in het Empire te investeren? Maar het is de oude grandeur, die de beursgang waarschijnlijk gaat redden. En wie wil er nou niet eigenaar worden van een stukje van deze iconische wolkenkrabber? Bijvoorbeeld van het uitkijkterras op de 85ste of 101ste verdieping? Je komt er met een van de 73 liften en je passeert dan 6514 ramen. Of willen we liever meer snobbish investeren? Real Madrid gaat binnenkort starten met de aanleg van een Real Madrid eiland in de Perzische golf in de vorm van het clublogo. Er komt een voetbalstadion, hotels, een jachthaven, een opleidingscentrum voor jeugdige voetballers en een clubmuseum. Het emiraat Ras al Kaimah betaalt grotendeels de kosten, €1 miljard. Origineel? Nee, het automerk Ferrari heeft al een soortgelijk eiland in Abu Dhabi, waar jaarlijks honderdduizenden bezoekers komen. Slapend rijk worden?